Metse-BTS    Begeleiding, Training en Scholing

Kennis over voeding.

 Geef van de volgende uitspraken aan of ze waar zijn of niet waar:

1. Zonder zout smaakt het eten niet.
2. Spinazie mag je een tweede keer opwarmen.
3. Cafeïne werkt niet vochtafdrijvend.
4. Het is beter om appels ongeschild te eten vanwege de gifstoffen op de schil.
5. Producten met veel zout zijn gemakkelijk te herkennen. Ze smaken zout.
6. Rauwkost is gezonder dan gekookte groenten
7. Hoe bruiner het brood is, des te gezonder is het.
8. Volle melk bevat verzadigde vetzuren.
9. Zoete drop bevat meer zout dan zoute drop.
10. Een light product bevat weinig calorieën.
11. Dieetmargarine bevat minder vet dan halvarine.
12. Vis kan beter niet gecombineerd worden met nitraatrijke groenten zoals spinazie.
13. Boter bevat minder vet dan olie.
14. Bij warm weer heb je extra zout nodig.
15. Per dag moet je ongeveer 1,5 liter water drinken.
16. Karnemelk bevat geen verzadigde vetzuren en vrijwel evenveel calcium als melk.
17. Ik strooi nooit zout over mijn eten, dus ik krijg niet teveel zout binnen.
18. Paling bevat kwik, cadmium, dioxines en pcb’s en is daarom niet aan te bevelen.
19. Cholesterol is slecht voor hart en bloedvaten.
20. Alle vissen bevatten gezonde visvetzuren.
21. Automatenkoffie is ongezonder dan verse koffie.
22. Vleesconsumptie is slecht voor het milieu.
23. Fijnstof is betrekkelijk ongevaarlijk, omdat het zo klein is.
24. In een café met rookvrije zone worden niet-rokers net zo goed beschermd als in een rookvrij café.